De 17e roman van deze schrijver speelt in Cornwall en is gebaseerd op de jeugdjaren en adolescentie van de dichter Charles Causley (1917-2003) en zijn moeder Laura, met wie hij een bijzondere band heeft. Kort na de Eerste Wereldoorlog verliest Laura haar grote liefde, Charles’ vader. Ze moet de kost verdienen met wassen voor rijke mensen en tussendoor haar leergierige zoon, die gepest wordt op school, een liefdevol en veilig thuis geven. Charles is een in zichzelf gekeerde jongen met nauwelijks vrienden. Hij ontwikkelt een passie voor muziek en theater en is een uitstekende pianist. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt gaat hij bij de Marine. Hij is permanent zeeziek en krijgt tenslotte een baan aan de wal. Het verhaal wisselt tussen de twee hoofdpersonen en heeft interessante bijfiguren. De homoseksuele relaties van Charles in een specifieke omgeving als de Marine worden subtiel en met gevoel beschreven. Ook krijgt de lezer een inkijkje in de effecten van de oorlog op een landelijke gemeenschap. Een boeiend boek dat misschien aanzet tot nadere kennismaking met deze ondergewaardeerde dichter.