Het dubbelleven van haar grootvader, de bekende Engelse spion Kim Philby, was voor Charlotte Philby de inspiratie voor haar debuutroman over spionnen, maar dan met twee vrouwelijke spionnen: Anna en de Griekse Maria. Anna wordt overgehaald door Harry, een journalist, om te spioneren bij de vader van haar man David. Die vader is een multimiljonaire zakenman, die wordt verdacht van het dumpen van giftig afval in Afrikaanse landen, met veel doden en zieke mensen als gevolg. Maria op haar beurt moet Anna gadeslaan in opdracht van diezelfde zakenman. Een ongelofelijk complex verhaal met tijdsprongen en verschillende locaties. De auteur houdt het allemaal geheimzinnig, de lezer wordt voortdurend op een verkeerd spoor gezet. Is Anna bereid om haar luxe leven met David en haar tweeling dochtertjes op te geven, zoals Kim Philby indertijd deed toen hij naar Rusland uitweek? Dat is de hamvraag voor Charlotte, die niet erg bevredigend wordt beantwoord.