De 15-jarige Grace, dochter van een arme Ierse keuterboer, wordt opgemerkt door hun Engelse landeigenaar die in 1844 met haar wil trouwen. Haar vader stemt toe omdat de familie zo het hoofd boven water kan houden. Al gauw maakt Grace kennis met de wrede kant van Bram, die op zijn 30e al twee keer weduwnaar is. Haar oudste zoontje sterft kort na de geboorte door een geslachtsziekte van Bram. Als ze tijdens de hongersnood pachters helpt, schopt hij haar zo dat ze haar bijna voldragen tweede zoontje verliest. Ze ziet geen uitweg meer dan hem doden, maar anderen zijn haar voor. Ze trouwt met haar jeugdvriend Morgan, die als Ierse nationalist in de gevangenis sterft, waarna ze naar haar broer in de VS vlucht. De Amerikaanse auteur van Ierse afkomst is een goede vertelster, die een levendig, realistisch beeld schetst van het leven op het Ierse platteland tijdens de hongersnood van 1845-1850. Op den duur wordt het verhaal iets minder boeiend, omdat het wat te lang is uitgesponnen. De vertaling is redelijk.