Dit boek gaat over de sociaal-culturele aspecten van het vrouw zijn en de positie van vrouwen in de samenleving, hun identiteit en de kenmerken die aan hen werden toegeschreven in de tijd tussen het einde van de Romeinse tijd tot aan het midden van de elfde eeuw, in Noordwest-Europa. Het is thematisch van opzet waardoor het 'in tijd en ruimte heen en weer vliegt': 'Weerbare vrouwen', 'De geestelijkheid en het zwakke geslacht', 'Rolpatronen' en 'Magie' zijn een paar van de hoofdstuktitels. Er is interessante informatie te vinden, maar een lezer met weinig voorkennis zal die bij deze aanpak niet altijd gemakkelijk vinden; deskundigen zullen er weinig in aantreffen dat ze nog niet weten. Dat zien we al in de inleiding: de historicus vindt daar de nodige open deuren. De auteur heeft aardig wat bronnen gelezen, maar hij noteert deze in de literatuurlijst onwetenschappelijk: alfabetisch op naam van de moderne editeur en niet op naam van de oorspronkelijke schrijver of titel: dat is erg lastig zoeken! Stilistisch en taalkundig is het boek helaas niet overal even sterk. Met eindnoten en een register. Het boek is eerder verschenen in 2019 onder de titel 'Lof en laster'.*
*2019-27-3545 (2019/46). Ongewijzigde herdruk.