Het leven van de dertigjarige Anna komt op z’n kop te staan als ze hoort dat de mensen tegen wie ze al haar hele leven ‘papa’ en ‘mama’ zegt, niet haar werkelijke ouders zijn. Omdat haar vader kort daarvoor was overleden, moest Anna’s moeder wel over haar ware herkomst te vertellen. Anna heeft tegengestelde gevoelens, ze houdt zielsveel van haar moeder en mist haar vader enorm, maar ze is ook boos en verdrietig en voelt zich ontworteld. Wie is ze eigenlijk? Waar komt ze vandaan? Waar hoort ze bij? Ze weet het niet. Dat ze zelf op het punt staat moeder te worden, maakt alles nog emotioneler. Ze weet niet eens of ze in staat is een moeder voor haar kind te zijn, nu blijkt dat ze al die jaren de verkeerde vrouw haar moeder heeft genoemd.

Om de basis van haar identiteit terug te halen, gaat Anna op zoek naar haar biologische moeder. De wereld waarin ze terechtkomt, en waar haar wortels liggen, is niet de hare. Hoewel ze zich hoe langer hoe meer ontheemd voelt, wil ze weten wie haar echte moeder is. En daarom zoekt ze door. Als ze uiteindelijk een belangrijke ontdekking doet, komt ze meer dan ooit voor de vraag te staan of ze zich meer verbonden voelt met waar ze is opgegroeid, of met de vrouw die ze had kunnen zijn...