Engeland 1950. Margery Benson (46) is erg ontevreden met haar leven. Ze woont in de oude flat die ze van haar tante erfde en is lerares huishoudkunde op een meisjesschool in Londen waar ze geen orde kan houden. Als ze een tekening van haarzelf met opschrift 'Maagd Margery' in de klas onderschept, besluit ze ter plekke te stoppen met lesgeven. In paniek pakt ze bij het weggaan de laarzen van een ander en wordt dan ontslagen. Eenmaal thuis besluit ze iets te gaan doen wat ze altijd heeft gewild: op zoek gaan naar de gouden kever uit New Caledonia in de Grote Oceaan, waarvan haar vader haar in 1914 een intrigerende plaat liet zien. Via een advertentie vindt ze een Franssprekende reisgenote en gaat op expeditie die een nieuw begin wordt. Van de vroegere Britse actrice (1962) verschenen eerder een verhalenbundel en drie romans. In deze in de pers goedbesproken vierde toont ze zich opnieuw een uitstekend vertelster. Het vaak geestige, sterk opgebouwde verhaal met een geweldige ontknoping, vertelt heel boeiend hoe twee heel verschillende vrouwen door wat ze meemaken enorm groeien en een hechte band krijgen.