Skalde probeert met haar moeder, met wie zij een heel slechte band heeft, te overleven in een post-apocalyptisch gebied waar een grote ramp heeft plaatsgevonden, die niet nader wordt aangeduid. Het klimaat is veranderd, de hitte is ondraaglijk en voedsel is schaars. De inwoners van de streek hebben de verbindingsbrug met de rest van de wereld opgeblazen om veilig te zijn voor de 'anderen'. Toch vindt Skalde een meisje van de andere kant van de brug en neemt haar mee naar huis, ondanks de vijandigheid van haar eigen volk, dat heel bijgelovig is en het kind als aanstichtster van alle kwaad ziet. Als het meisje niet haar melktanden wisselt, is dat een teken van hekserij en zal ze gedood worden. Skalde zet alles op alles om het kind te redden. In korte zinnen en beeldende taal heeft de auteur (1993) haar debuutroman op indringende en beklemmende wijze gestalte gegeven. Het verhaal is geloofwaardig en spannend en ondanks de zware thematiek niet negatief, maar hoopvol. De auteur geeft geen eenduidige verklaring van de gebeurtenissen, maar laat het aan de lezer over om conclusies te trekken.
Sluit goed aan bij het hedendaagse thema van klimaatverandering en opwarming van de aarde en het vluchtelingenprobleem.