Het Sintimeisje Perla trekt met haar familie door het door Hitler geregeerde Duitsland. Als het te gevaarlijk wordt, vluchten zij naar het Nederlandse Limburg. De mannen zijn muzikanten en de vrouwen gaan langs de deuren met hun koopwaar. Totdat het bevel komt dat alle rondtrekkende wagens in kampen moeten gaan staan. Daar wordt Perla's zusje geboren die zo zwak is dat zij, tegen de Sintitraditie in, in de couveuse moet. Bij een razzia wordt iedereen uit het kamp naar Westerbork gestuurd en vandaar gedeporteerd naar Auschwitz. Maar Perla's zusje blijft achter... in het ziekenhuis. Verweven in het verhaal wordt veel verteld over de gebruiken en tradities van de Sinti, waar de schrijfster een jaar lang onderzoek naar deed. Achterin staat een nawoord en een verklarende woordenlijst. De schrijfster vertelt vanuit Perla, behalve twee hoofdstukken tussendoor en het slotgedeelte, dat het zusje in de ik-persoon vertelt. De tekst staat meest in tegenwoordige tijd. Gebeurtenissen in Westerbork en Auschwitz zijn op ooggetuigenverslagen gebaseerd. Een onderwerp dat aandacht blijft verdienen. Vanaf ca. 12 jaar.