Het Afrikaanse meisje Radslag (ik-figuur) vertelt hoe ze vanwege oorlog naar een westers land is gevlucht om veilig te zijn. Maar de mensen, het eten, de planten en dieren zijn vreemd. Het is alsof ze onder een koude waterval van vreemde klanken staat. 'Hij maakt dat ik me niet meer mezelf voel.' Het meisje wikkelt zich thuis in een deken van haar eigen woorden en geluiden; in de illustraties met oliepastel weergegeven met Afrikaanse motieven in warme rode, oranje en gele tinten. Dan krijgt ze in het park een (autochtoon) vriendinnetje dat haar vriendschap geeft en nieuwe woorden, die ze steeds herhaalt. Daarmee kan Radslag een nieuwe deken maken; in de illustraties met waterverf in de lichtgroene en -blauwe tinten van het nieuwe land. Uiteindelijk is die deken even warm als de oude. 'En ik weet dat ik, onder welke deken ik ook wegkruip, altijd mezelf kan zijn.' Prachtig uitgevoerd prentenboek met een schitterende tekst en bijzonder mooie illustraties die de tekst heel goed aanvullen. Een hartverwarmende weergave, die in Australië is bekroond, van hoe nieuwkomers zich voelen, en hoe ze geholpen kunnen worden. Heel geschikt om jonge kinderen meer begrip te geven hierover. Bruikbaar voor (instroom)scholen. Vanaf ca. 5 t/m 7 jaar. Actueel thema.