Dit boek maakt deel uit van het kunstproject 'Keunst en Fleanwurk', waar taal, kunst en techniek samenkomen. Bij meertaligheid in het onderwijs worden de verschillende talen vaak apart aangeboden, maar dat gebeurt in dit boek niet. De Nederlandstalige Femke, haar Fries sprekende pake (opa en grandfather) en de Ierse buurjongen Sean die Engels spreekt vertellen uit eigen perspectief in hun eigen taal een deel van het verhaal. Door het verhaal van pake leert Femke anders naar de werkelijkheid kijken. Pake maakt van dingen die een ander niet meer waardevol vindt, prachtige kunstwerken. In het verhaal worden ook proefjes gedaan, is er discussie over kunst en bouwen ze gezamenlijk een conceptueel kunstwerk. Overal speelt meertaligheid een rol en de gezamenlijke noemer is: anders leren kijken en het stimuleren van een onderzoekende houding. De kleurenfoto's van de kunstwerken geven een goed beeld en stimuleren het anders denken. Dit meertalige voorleesverhaal is bestemd voor de bovenbouw van (voornamelijk Friese) basisscholen. Vanaf ca. 9 jaar.