Na 'Maus' (1987-1994) van Art Spiegelman is dit een van de zeer weinige stripverhalen waarin de gebeurtenissen zich afspelen in een concentratiekamp, in dit geval Dachau. In dit album vertelt Tiburce Oger (1967) op een redelijk afstandelijke wijze over de ervaringen van zijn grootvader tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de eerste tijd van de bezetting raakt deze langzamerhand steeds dieper verwikkeld in het Franse verzet tegen de Duitse bezettingsmacht. Dat ging van het rondbrengen van illegale blaadjes tot ernstiger zaken als het laten ontsporen van treinen. Hij wordt verraden en keihard verhoord. Daarna mag hij naar Dachau, waar het een zaak is van in leven blijven. De auteurs geven een indringend beeld van de gebeurtenissen waarbij zij de kwalijke zaken waaraan de nazi's zich te buiten gingen niet schuwen. Zo worden de martelingen tijdens het verhoor, het genadeloze vervoer in volgepakte veewagens en de zinloze wreedheden van de kapo's, nota bene medegevangenen, in Dachau, keihard getoond. De tekeningen behoren niet tot de fraaiste, maar geven door hun rauwheid het album de juiste sfeer mee.