De kleine Archibald vraagt zijn mama voor hij gaat slapen of zij altijd van hem zal houden. Zij neemt uitgebreid de tijd om hem te antwoorden, met allerlei voorbeelden. 'Ik hou van je als je mij nadoet, en als je je eigen zin doet' en ook 'Ik hou van je als je iets heel goed kunt, en als je nog een beetje moet oefenen'. De tekst van dit kleine prentenboek is in zijn soberheid helemaal in balans. De 'Ik hou van je...'-zinnen die de moeder opsomt vallen steeds in een tegenstelling uiteen. De eerste helft staat op de linkerpagina, de tweede op de rechter. De tekeningen bestaan uit dunne zwarte lijnen, ingevuld met veelal egale, terugkerende kleuren in een beperkt aantal tinten. Ze geven invulling aan de tekst. De prent bij 'Ik hou van je als iedereen ziet hoe mooi je bent' toont Archibald in een keurig pak op een feestje. Rechts volgt bij de tweede helft van de zin 'en als alleen ik dat zie' een plaatje van Archibald met waterpokken onder een dekentje op de bank. De moeder laat zien dat ze altijd van haar zoon houdt, dat ze hem koestert, maar van daaruit ook kan loslaten. Een lief prentenboek over onvoorwaardelijke moederliefde. Vanaf ca. 4 jaar.