Met grote fijngevoeligheid wordt verteld hoe Joop, een Alzheimerpatiënt, zijn grip op de werkelijkheid verliest. In het eerste van drie delen, 'Thuis', probeert Joop de verergerende klachten nog te negeren. In 'Therapie' is de diagnose gesteld en raken werkelijkheid en herinnering steeds meer verward, in de onbekende situatie van de dagopvang. In 'Welzorg' woont hij permanent in een verpleeghuis, waar overmedicatie en andere misstanden aan de orde van de dag zijn. Zijn leven is onleefbaar geworden. De auteur (1944) gebruikt het eerste-persoonsperspectief, in tegenstelling tot andere boeken over dementie die vaak de derde persoon gebruiken. De schrijver van verschillende jeugdboeken-series (o.a. Bob Evers) en misdaadromans, won in 2000 de Gouden Strop. Hij heeft een grote verontwaardiging inzake de onmenselijke toestanden in de zorg. Dit komt voort uit zijn ervaringen met familieleden die afhankelijk waren van verpleeghuiszorg. Dit is een sterk pleidooi voor een meer humane behandeling van weerloze ouderen. Herkenbaar voor iedereen die te maken heeft met Alzheimer. Vrij kleine druk. Een van de eerste roman over toestanden in ouderenzorg gezien vanuit een patiënt.