Boeiende prequel op zijn internationale succes 'In Zeiten des abnehmenden Lichts' (2011) van de Duitse auteur (1954), waarin zijn communistische grootouders Wilhelm en Charlotte centraal staan tijdens de stalinistische zuiveringen in de jaren dertig. Aan de hand van het streng geheime document over zijn grootmoeder verhaalt hij met een brilliante mengeling van authentiek gedetailleerde realiteit en fictie ('de meest waarschijnlijke zaken zijn verzonnen, de meest onwaarschijnlijke waar') hoe zijn onder een schuilnaam voor de Komintern werkende grootouders plots moeten verkassen naar het luxe Moskouse Jugendstil-hotel Metropol, omdat ze iemand kennen die nu als 'trotskistische verrader' terecht staat. Temidden van, meer en meer, voor altijd verdwijnende anderen wachten ze tussen levenslust en doodsangst op de uitslag van het onderzoek van de partij. Via het perspectief van (vooral) Charlotte en onder meer een cynische opperrechter krijgen we een gedetailleerd en huiveringwekkend beeld van de paranoia van die tijd, maar vooral van de ideologische blindheid van de gestaalde kaders zelf. Met epiloog van de auteur en woordenlijst.