Een naamloze, vrouwelijke ik observeert zichzelf, haar ouders en de mannen met wie zij een relatie heeft (gehad). In twaalf getitelde hoofdstukken passeren episodes uit haar leven, van haar achtste tot haar veertigste, de revue. De titels van de hoofdstukken zijn raadselachtig, maar betekenisvol. Begin en einde draaien om de dood van de moeder, een altijd kwade actrice omdat haar carrière niet van de grond kwam. De vader, een depressieve psychiater, ‘doorziet mensen met uitzondering van wat zich voor zijn oog afspeelt.’ Hij adviseert zijn dochter wat hij ook zijn patiënten voorhoudt: stel jezelf kleine doelen. De vorm van deze debuutroman volgt dit advies. Er bestaan overeenkomsten tussen de biografie van de schrijfster en de belevenissen van haar hoofdpersoon. Elk hoofdstuk op zich is een zeer kort verhaal. Het blijft tot het laatst onduidelijk waar het heen gaat. De afstandelijke schrijfstijl, met aparte samentrekkingen en vergelijkingen, houden de lezer in de ban tot het schrijnende eind. Daarin valt veel op zijn plek, waaronder de symbolische betekenis van de blauwe letters.
*eerder aangeboden 2016-12-1213 (2016/41).