Meneer Monty, het mopperkonijn, is een beetje dwaas (koekoek). Hij wil graag netjes zijn, maar dat lukt hem niet altijd. Hij houdt van stilte maar wordt telkens gestoord door Waldo de koekoek die in zijn koekoeksklok woont. Ook werkt hij graag in zijn tuin maar dan is er altijd wel een dier dat langskomt, zoals een merel of een mol. Hij wil nooit boos worden maar soms verliest hij zijn geduld en roept allerlei lelijke woorden: Uilskuiken! Pestvogel! Rotte peren! Zure pruimen! Maar dan ontmoet hij mejuffrouw Fornarina, een sierlijk vrouwtjeskonijn, en leert hij dat het leuk is om niet altijd netjes te zijn. Dat verandert zijn leven. Dierenverhaal, ingedeeld in elf korte getitelde hoofdstukken met voorin een inhoudsopgave. Het is geschreven in een enigszins poëtische stijl, met een bijzonder soort humor en taalgrapjes, die misschien niet altijd door kinderen begrepen worden. De basistekst heeft een klein lettertype, maar tussendoor wordt er gevarieerd met de typografie: groter lettertype en het gebruik van andere kleuren. De illustraties van Ingrid Godon, in de haar bekende stijl met het mooie kleurgebruik, geven de sfeer van het verhaal goed weer. Voorlezen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.