Vanuit alternerend perspectief wordt de vriendschapsrelatie tussen de Joodse schilderes Lotte Laserstein (1898-1993) en haar favoriete model beschreven. Laserstein brak als vrouw door toen de kunstwereld vooral door mannen werd gedomineerd. Haar carrière vond een abrupt einde in de nazitijd. Ze emigreerde naar Zweden, waar ze nooit weer de oude werd. De onderhuidse spanning tussen de beide vrouwen als ze elkaar na de oorlog weer opzoeken en veel voor elkaar verzwijgen vormen naast de - niet erg diepgaande- gesprekken over kunst de belangrijkste aspecten in deze vlot lezende roman, die fictie en biografie tegelijk is en waarin de gedachten van beide vrouwen een groot repetitief karakter vertonen.