Eerste deel van een historische stripserie. Martinique 1690. In verband met de productie van suiker wil koning Lodewijk XIV de verbouw van suikerriet in de Franse Caraïben stimuleren (bietsuiker bestond nog niet). Met loze beloften probeert de Franse staat arbeiders naar de kolonie Martinique te lokken. Jean Rouen, een glasblazer, wil fortuin maken om zijn gevangengenomen vader kunnen vrijkopen en tekent voor drie jaar. De werkomstandigheden voor deze Franse arbeiders zijn even slecht als voor de negerslaven. Jean maakt weinig kans te overleven. Gelukkig voor hem heeft hij tijdens de overtocht een dominicaner monnik leren kennen, vader Labat, een botanicus, die een medicijn wil vinden tegen de gele koorts en zo een versterkende alcoholische drank ontwikkelt: rum. Jean maakt de alambiek die Labat nodig heeft om de vloeistof te zuiveren. Onderwijl verzwakt Jean zozeer dat hij besluit de plantage te ontvluchten. In realistische stijl getekend, ingekleurd stripverhaal; gemiddelde hoeveelheid tekst. Speelse lay-out. Aandacht voor de historische enscenering. Bevat geweldsscènes. Père Labat (1663-1738) is een historisch figuur. Wordt vervolgd.