Jonker Leopold van Zonshoven wordt erfgenaam van een groot vermogen dankzij zijn onbekende oudtante Sophie. Aan de erfenis is de voorwaarde verbonden dat Leopold trouwt met zijn achternicht Francis Mordaunt. De jongensachtige Francis, met de bijnaam Majoor Frans, woont met haar grootvader, een oud-generaal, teruggetrokken op het vervallen kasteel De Werve in Gelderland. Leopold zoekt hen op, maar vertelt niet over zijn onverwachte rijkdom. Het is nu aan hem om het hart van de eigenzinnige Francis te veroveren, want zij weigert met wie dan ook te trouwen. Het verhaal is weergegeven in vijf lange brieven van Leopold aan zijn beste vriend advocaat Willem Verheyst in Indië. De brieven, zonder antwoorden van de ontvanger, laten zich lezen als hoofdstukken van een roman, vol dialogen. Ze zijn uitvoerig maar niet langdradig. Deze hertaling is onverkort, leest prettig, de spelling is gemoderniseerd, oude woorden zijn vervangen, zodat de tekst eigentijds overkomt, maar toch de sfeer van de 19e eeuw oproept. Het oorspronkelijke verhaal schreef de auteur (1812-1886) in 1874. Vrij kleine druk.