Een jongetje vraagt aan zijn vader of hij een tijger mag zijn. Die vraagt eerst of hij niet wat anders wil zijn: een hondje, piloot, koning of pinguïn. Maar nee, het jongetje wil echt een tijger zijn. Het begint met een staart, en langzaamaan verandert hij in een echte tijger. Hij begroet iedereen. Vaak wordt hij getoond als een jongetje, maar met de schaduw van een grote tijger. De 'reuzen' in het park - die op de eerste paar spreads van het boek te zien zijn als obscure figuren - jaagt hij weg. Hij is als echte tijger nergens bang voor. Een meisje wordt bang van van hem, maar het jongetje laat zien dat hij een jongetje is, en dan worden ze samen echte tijgers. Samen met alle andere inwoners van de stad lopen ze door de wijken als tijgers. De boodschap: je kunt zijn wat je wilt, als je maar genoeg zelfvertrouwen hebt. De aquareltekeningen hebben hier en daar een inktaccent. Daardoor ziet het beeld er vrij rustig uit, maar zijn de tekeningen toch sprekend. Oblong formaat prentenboek. Vanaf ca. 5 jaar.