In deze tijdeloze roman gesitueerd in een onbestemd stukje primitief Frankrijk speelt zich een drama af waarop in de proloog al bij wijze van cliffhanger gezinspeeld wordt. Aanvankelijk blijft de auteur bij een gedetailleerde beschrijving van het weinig florissante decor, het ondankbare boerenbestaan en het aangeboren fatalisme van de bevolking, in dit geval de bewoners van drie stulpjes in een klein gehucht. Er komt vaart in het verhaal als er opeens een zwervend jong meisje opdaagt dat liefdevol wordt opgenomen en met de jaren initiatief zal tonen om onder de brute heerschappij uit te komen van de leenheer en zijn brute zoon. Na eerst nog een hallucinante beschrijving van een desastreuze hongerwinter krijgt de intrigerende roman als in een oud sprookje over de strijd tegen klimaat en onderdrukking een wrede maar zuiverende climax.
Shortlist Prix Goncourt 2024