Deze roman over de vrouw van een goedaardige plattelandsdokter die door haar romantische fantasieën en haar schrale leven tot uitspattingen en tot zelfmoord wordt gedreven is een klassiek werk uit het negentiende-eeuwse realisme. Flaubert (1821-1880) levert ingehouden, venijnige kritiek op clichés uit de Romantiek en de oppervlakkige beleving van weelde, en op de scheiding tussen het dagelijks bestaan en een verondersteld verheven, gelukzalig universum. Deze kritiek is nog steeds actueel en de ironie van Flaubert blijft effectief, ook daar waar het optimistische vooruitgangsgeloof van de Verlichting het doelwit is. De moderne, eigenzinnige vertaling van Hans van Pinxteren is bijzonder positief ontvangen en maakt het werk weer toegankelijk na de laatste, veel minder bevlogen en precieuze vertaling. Met nawoord en annotaties van de vertaler.
Uittreksel aanwezig in de Uittrekselbank.