De al wat oudere weduwnaar Hugo Tempelman krijgt een brief van zijn uroloog, maar hij maakt die niet open. Hij denkt zeker te weten dat daarin staat dat hij een dodelijke ziekte onder de leden heeft en daarom neemt hij zich voor om die dag nog zelfmoord te plegen. Hij maakt een lange wandeling door zijn omgeving, neemt afscheid van zijn favoriete prostituee (meer een goede vriendin) en bezoekt de vrouw die jaren geleden zijn maîtresse was. Zij blijkt echter in een religieuze beweging te zijn ingetreden en zo komt ook Hugo ertoe om zijn spirituele twijfels uit te spreken. De religieuze thematiek zal lezers van Siebelink bekend voorkomen en zijdelings komt ook het echtpaar Sievez (bekend uit onder andere "Knielen op een bed violen") weer terug. Voornamelijk echter lijkt het erop dat Siebelink (1938) te veel hooi op zijn vork neemt: er verschijnen te veel personages, er wordt te veel over God gepraat zonder dat duidelijk wordt waar Tempelman mee zit, de niet geopende brief is een irritante kunstgreep en de uiteindelijke oplossing mist een serieuze motivatie.