Het is 1877 als de ongeveer 16-jarige, roodharige Bridget als wees achterblijft op de prairie van Kansas. Haar disfunctionele vader is overleden ten gevolge van een ratelslangbeet. Na lange omzwervingen komt ze in Dodge terecht, een druk centrum voor de veehandel. Ze wordt er opgevangen door Kate en Lily, de eigenaressen van een bordeel. Spoedig stapt Bridget ook in het leven dat zich daar afspeelt, wat haar eigenlijk goed bevalt. Voor haar is het gevoel ergens bij te horen het belangrijkst. Maar mede door haar naïviteit ziet ze niet dat ze een spil is in het web dat ervoor zorgt dat de Buffalo Queen een goed publiek trekt. Als het vreselijk fout loopt leren we een andere kant van haar kennen, die van doortastende vrouw zonder vrees. En deze kant is wellicht het meest interessante en verrassende aan de roman. Het bordeel is een typisch ingrediënt van westerns, maar afgezien van Calamity Jane en Annie Oakley spelen weinig vrouwen een hoofdrol in het genre. Met het boeiende Lucky Red voorziet de auteur enigszins in deze lacune.