Het hoofdpersonage is een zekere Ben Beenen die al jaren wiskundeleraar is op de school waar hij vroeger zelf naar toe ging. Hij beschrijft op een intrigerende manier het verhaal waarbij hij op zestienjarige leeftijd op een zaterdagvond op een dijk samen met zijn vader reed naar een klasgenote. Terwijl hij nadenkt over deze avond beleeft hij alles opnieuw. Toch kan hij zich niet het ware verhaal volledig meer herinneren. De eerdere gebeurtenissen beginnen snel al een eigen leven te leiden en de auteur laat ze het alledaagse te boven gaan. Zo ontstaan er een tweetal verhalen die elkaar regelmatig doorkruisen. Het is voor de lezer daarom vaak niet altijd duidelijk wat tot het heden en verleden behoort. Dit is op zich niet erg want dit maakt het boek nog zo geheimzinniger en boeiend. Een meeslepend verhaal waarbij heden en verleden elkaar afwisselen. Een roman die de lezer laat meebeleven van boeiende liefdesverhalen, verlangens en intriges.