In 1917 raakt Alice Copeman, werkzaam als verpleegster aan het front in Frankrijk, zwanger van een Engelse soldaat die helaas sneuvelt. Haar stiefmoeder overtuigt haar ervan dat ze de baby ter adoptie moet afstaan. Vijftien jaar later begint Irene, die zich in het gezin waar ze opgroeide nooit geliefd heeft gevoeld, de zoektocht naar haar biologische moeder. Alice is inmiddels dokter geworden, getrouwd en heeft drie zoontjes. Haar echtgenoot weet niets van haar eerste kind. Zal Irene haar moeder vinden, en is die dan bereid om haar in haar leven toe te laten? En hoe is dat voor de adoptiemoeder? Het verhaal wordt met veel uitwijdingen, overbodige scènes en personages verteld. De stijl is zoetsappig en cliché, het einde is behoorlijk voorspelbaar. Toch is het een prettig lezend en ook wel boeiend boek, dat ook een goed beeld geeft van hoe het begin twintigste eeuw voor een vrouw was om medicijnen te studeren.