De jonge Chrissie Gillies woont met haar familie op St. Kilda, een afgelegen Schotse eilandengroep. In 1927 brengt Archie McLeod, de zoon van de Laird van het eiland, zijn studievriend Fred Lawson mee om te helpen bij een onderzoek. Fred is ondersteboven van het eiland, het licht, de vogels, de ongerepte natuur en de mooie Chrissie. Hij verlaat vroegtijdig het eiland, maar kan Chrissie niet vergeten. Ruim tien jaar later zit Fred als krijgsgevangene van de Duitsers in een kamp in België, hij ontsnapt en probeert zijn weg naar Schotland en zijn grote liefde terug te vinden. Dit is een liefdesverhaal, maar ook een verhaal over het zware leven in isolatie van een hechte, gelovige gemeenschap. In 1930 worden de laatste bewoners van St. Kilda geëvacueerd, omdat ze na een zware winter bijna verhongerd zijn. Gifford heeft veel research gedaan voor dit boek en heeft Chrissie prachtig neergezet als intelligente, sterke en wijze vrouw. De verhaallijn van Fred in de oorlog daarentegen is minder overtuigend. Het trage tempo is even wennen, maar een verademing bij het lezen en draagt bij aan wat dit boek bijzonder maakt. Boek dat liefhebbers van Schotland en de geschiedenis van deze bijzondere gemeenschap zeker zal aanspreken.