Memphis 1955. De jonge, empathische maar enigszins ingetogen ex-matroos Billy Edgewater is naar eigen zeggen op reis van Californië naar zijn ouderlijk huis in East Tennessee. Hij komt onderweg een aantal merkwaardige types tegen, met wie hij soms enige tijd optrekt, onder wie de eenarmige oplichter Roosterfish en de mentaal losgeslagen Bradshaw. Edgewater leeft van de hand in de tand, laat zich leiden door het toeval en kiest onderweg vaak partij voor onderdrukte mensen en dieren. Op zijn tocht door het rurale Tennessee, waarin hij soms in hilarische maar ook in donkere en gewelddadige situaties belandt, krijgt hij te maken met armoede, drankmisbruik, promiscue vrouwen en gedegenereerde types. Het afwisselende verhaal, dat binnen de 'Southern Gothic' stijl geplaatst kan worden, is goed geschreven en blijft ondanks het meanderende karakter tot het eind boeien. Dit postuum uitgegeven boek is volgens het uitgebreide nawoord samengesteld uit een zeer fragmentarisch manuscript, waar de auteur (1941-2012) al in de jaren zeventig aan was begonnen.