Deze meeslepende roman gaat over een eenzame man wiens tragische levensverhaal gestolen wordt door een bevriende schrijver. Als Wilder 16 jaar is brengt hij een zomer door aan zee, samen met zijn ouders die op het punt van scheiden staan. Hij sluit vriendschap met Nat en Harper die hem regelmatig in riskante situaties brengen. Op beide is Wilder half en half verliefd. De gemeenschap van zomergasten wordt opgeschrikt door de Dagger Man, een schimmige insluiper die polaroids maakt van slapende kinderen die hij een mes tegen de keel houdt. De waarheid is nog veel gruwelijker en achtervolgt Wilder zijn leven lang. Hij wil de gebeurtenissen opschrijven maar dat lukt niet: al zijn bronmateriaal wordt gestolen. Wilder besluit op het eind van zijn leven wraak te nemen op de dief. Ward weet de duistere stemming goed weer te geven. Het contrast van de zorgeloze strandgemeenschap en de spookachtige sfeer werkt uitstekend. De opzet is origineel. De roman bestaat onder anderen uit de ongepubliceerde memoires van Wilder. Het slot is op zijn minst verrassend te noemen.