Sinds het overlijden van haar man Michael woont Ada, dichteres van in de zeventig, alleen in hun huis in Oxford. Dichten lukt niet meer en ze weet niet hoe ze haar dagen moet vullen. Recht tegenover haar woont studente Eliza antikraak in een pand dat verbouwd wordt. Ook zij weet na de breuk met haar vriendin niet wat ze met zichzelf en de studie aan moet. De vrouwen zien elkaar wel maar hebben geen contact. Op een dag besluit Ada dat ze een baantje moet zoeken. Als dat niet lukt, creëert ze er zelf een: ze biedt zich aan als ‘Huur een Oma’, wat verschillende leuke opdrachten oplevert en haar uit haar isolement haalt. Als Eliza plotseling uit haar kamer gezet wordt, biedt Ada haar onderdak aan. Het klikt meteen. Eliza studeert af op Primo Levi, een onderwerp dat voor Ada en Michael ook veel betekende. Ze hebben zelfs een (of twee?) door Levi gemaakte uilen in bezit die later bijdragen tot een ontroerende ontknoping. Arbuthnot schrijft prachtig en gevoelig. Het studentenleven van Eliza kent ze uit eigen ervaring, maar ze weet zich ook vol mededogen in te leven in de oudere vrouw.