Mary, een klein intelligent meisje met een puur hart, woont in het arme deel van de stad. Op een dag wandelt ze in haar tuin (als je kleine stapjes neemt lijkt ie veel groter) en ontmoet een kleine gouden (pratende) slang, Lanmo. Ze worden direct vrienden. Lanmo is geen gewone slang, hij bezoekt mensen wiens tijd het is om te gaan. Maar de rare mensen doen het meeste werk voor hem. Hij heeft nooit echt gevoelens gehad, totdat hij Mary ontmoette, en hij begint moeite te krijgen om zijn werk te blijven doen. Hij begrijpt de mensheid niet; de wereld kan zo mooi zijn. Het verhaal volgt de twee naarmate Mary ouder wordt en de wereld waarin ze woont steeds meer geteisterd wordt door oorlog. Een fabelachtig verhaal met een sterk moraal à la 'Le Petit Prince'. Heerlijk sprookjesachtig en poëtisch geschreven, donker, maar warm en vol met hoop en liefde in een wereld van ongelijkheid en macht.