Het sneeuwt nog en de grond is nog bevroren, maar toch verlaat een berenwelpje zijn grot. Hij vindt een ronde steen en draagt die mee in de vacht van zijn nek. Op zijn tocht vraagt hij allerlei dieren of ze met hem willen spelen, maar ze hebben geen tijd want de lente komt eraan. Maar op zijn vraag wat de lente is, krijgt hij geen duidelijk antwoord. Als de wolven hem uitnodigen, weet hij net op tijd te ontsnappen door in een boom te klimmen. De steen valt van zijn rug en het blijkt een ei te zijn, waaruit een kleine eend komt en dan breekt de lente echt aan. Sfeervol prentenboek waarin de tekst op rijm (aabb) is en een mooi ritme kent waardoor het zich erg goed laat voorlezen. Het verhaal is duidelijk gestructureerd en het herhalingselement (steeds vragen wat lente eigenlijk is) zal kleuters erg aanspreken. De illustraties in kleuren die passen bij het seizoen (de overgang van winter naar lente), vanuit verschillende perspectieven (onder meer het vogelvluchtperspectief), en met een berenwelp waar je direct verliefd op wordt. Vanaf ca. 4 jaar.