In 1913 is Jack Lyons de hoofdopzichter van de openbare bibliotheek van New York. Hij woont op de bovenste verdieping van het gebouw met zijn vrouw Laura en twee kinderen. Laura combineert het huishouden en de zorg voor de kinderen met de studie journalistiek. Het gaat niet altijd makkelijk, en ze zoekt steun bij de vrouwenkiesrechtbeweging. Als er waardevolle boeken uit de bibliotheek verdwijnen, stort hun leven in en moet Laura op eigen benen zien te staan. In 1993 werkt Sadie Donovan bij dezelfde bibliotheek als curator, en haar baan komt in gevaar als kostbare voorwerpen uit de bibliotheek worden gestolen. Sadie geeft toe dat haar grootouders Jack en Laura Lyons zijn en ze onderzoekt haar familiegeschiedenis in een poging de dief te ontmaskeren. Deze roman heeft veel lagen: de geschiedenis van het feminisme, een fascinerend verhaal over het weinig bekende appartement in het gebouw van de bibliotheek, en een blik in de wereld van zeldzame boeken en antiquiteiten. Hoewel alles zorgvuldig uitgewerkt is, blijven de motieven van de personages helaas onderbelicht.