Na het overlijden van haar moeder is Emilie de la Martiniere (30) de enige erfgename van hun huis in Parijs en het eeuwenoude, verwaarloosde kasteel in Gasset. Ze besluit het kasteel op te knappen. Ze ontmoet Sebastian Carruther, een Engelse galeriehouder, trouwt met hem en gaat mee naar zijn kasteel in Engeland. Hij blijkt een manipulator en oplichter. Door de vondst van een dagboek met gedichten van Sophia de la Martiniere wordt Emilie geboeid door het verleden. In 1943 vertrok Constance Carruther vanuit London als geheim agente naar Parijs. Ze komt terecht bij Edouard, die onder het mom van overloper in zijn woning de top van de SS ontvangt en door de informatie die hij zo ontvangt veel Fransen redt. Als hij wordt ontmaskerd vlucht Constance met Edouards blinde zus Sophia naar zijn kasteel in Grasset. Deze twee verhalen, vol verwikkelingen, tragedies, intriges gecompliceerde verhoudingen, verborgen geheimen, worden alletwee volledig uitgewerkt. Op een rustige toon, in mooi geformuleerde zinnen wordt de oorlogsperiode en het heden meeslepend bechreven. Kleine druk, ruime interlinie en ruime marges.