Lichaamswater is een bundel waarin de uitersten worden opgezocht: uitbundige woordwoekeringen en een precieuze woordkeus uit vele registers strenge en toch asymmetrische vormen vloeiende muzikale structuren en een stokkend ritme, dissonanten open en gesloten een druppel teer of een hele zee uitbundige lyriek wisselt af met verontrustende anekdotes hoge ernst gaat gepaard aan bijtende zelfspot. Hans Groenewegen vindt er opnieuw zijn zintuigen voor uit: tastzin, smaak, reuk, gehoor, het oog. Daarvoor gebruikt hij ons zesde zintuig: de poëzie.