Nog voordat het schooljaar ten einde is, besluit Mary samen met haar zoon Célian naar het Zweedse eiland Ven te vertrekken. Haar gevoelige en dromerige kind is niet gelukkig op school en zal na de zomervakantie toch naar de middelbare school gaan. Mary zelf lijdt erg onder de breuk van haar relatie en heeft de behoefte om even helemaal weg van alles te zijn. In drie delen vertellen de moeder en haar zoon in korte hoofdstukken hoe zij tot rust en tot bloei komen. De mooie natuur en de eenvoud van het eiland en zijn bewoners helpen Mary en haar zoon om te helen. In een melancholische, dromerige, fragiele stijl lezen we over haar kindertijd, die lijkt op die van haar zoon, en over de fases van verdriet en verwerking. Door het verhaal heen leert de lezer de geschiedenis kennen van zijn beroemdste bewoner en misschien wel inspiratie voor Shakespeares Hamlet, Tycho Brahe, een Deense astronoom uit de 16e eeuw die er een observatorium bouwde. De mooie beschrijvingen van de natuur doen ook de lezer verlangen naar dit eiland. Eerste roman, na een biografie, van deze schrijfster. Normale druk.