De drie hoofdpersonen hebben geen namen: de vader, de moeder, de zoon. De vader brengt zijn gezin naar een afgelegen bouwvallige woning ver in de bergen, waar hij vroeger zelf gewoond blijkt te hebben, met een zeer dominante vader. De man is op de vlucht, onduidelijk blijft waarvoor. De spanning stijgt wanneer duidelijk wordt dat de moeder in verwachting is van een vroegere vriend van de man. Omdat de man weigert zijn vrouw de noodzakelijke medische zorg te laten krijgen loopt het uit op een dramatische en fatale ontknoping. De gewelddadigheid die de vader vroeger heeft ervaren komt in zijn eigen gedrag opnieuw tot uiting. Het decor van dit verhaal vormt een overweldigende en dreigende aanwezigheid van de natuur met als contrast de nietigheid van het menselijk bestaan.