Deze roman speelt ten tijde van de aanslagen in Parijs en Brussel. De hoofdpersoon heeft nauwelijks contact met zijn vijftienjarige zoon Paul die behoorlijk aan het puberen is en ook op school erg dwars is. Met zijn jongere dochter heeft hij een goede band. Maar de relatie met zijn vrouw raakt steeds meer verstoord. Zijn vrouw Lea vindt dat hij veel te ongeduldig en boos reageert op Paul. Lea adviseert hem om hulp te zoeken, maar zonder haar medeweten bezoekt hij al wekelijks een psychiater. Hij raakt steeds meer vervreemd van zijn gezin en hij heeft grote moeite om het houvast in zijn eigen leven niet kwijt te raken. Totdat de aanslagen plaatsvinden en alles anders wordt. Het verhaal gaat over de moeizame communicatie met opgroeiende kinderen. De lezer wordt steeds verder meegenomen in de strijd van de vader. Geschreven in een vlotte, heldere stijl. Duidelijke druk. Debuutroman van de Belgische auteur (1974). Voor een ruim lezerspubliek.