In de jaren dertig was J.R.R. Tolkien (1892-1973) sterk geboeid door oude Bretonse liederen. Hij schreef het lied over Aotrou en Itroun, een kinderloos echtpaar. Aotrou gaat naar een heks en via haar krijgt het echtpaar een tweeling, maar de heks eist haar loon op, met dramatische gevolgen. Behalve het Lied van Aotrou en Itroun, worden ook nog twee Bretonse voorlopers, zogenaamde 'Corrigans' mee afgedrukt. De liederen zijn voorzien van uitgebreide informatie en verklaringen, waardoor het boek een grotere wetenschappelijke waarde krijgt. Ook komen verschillende tussenvormen, met aantekeningen en wijzigingen aan de orde, soms in de vorm van een afbeelding van het manuscript. De Bretonse vormen zijn voor de gemiddelde lezer niet te volgen, maar het lied zelf is qua taalgebruik heel eenvoudig. Achterin het boek staat een lijst van geraadpleegde werken, zodat iemand die dat wil een verdere studie kan beginnen. Al met al een boeiend lied dat goed past in de vorige werken van Tolkien.