De wezen Sam en Lizzy, broer en zus, zwerven in de kersttijd door de straten van het winterse, Victoriaanse Londen. Ze hebben honger. Ze ontmoeten de rijke Ebeneezer Scrooge en bedelen, maar worden bruut afgewezen. Sam is woedend en zint op wraak, diefstal en moord. Scrooge wordt gekweld door geesten. De eerste hiervan ontmoeten de kinderen op een kerkhof waar ze een onderkomen zoeken voor de nacht. Het is de geest van een vroegere zakenpartner van Scrooge die uit zijn graf is opgestaan. Die waarschuwt Sam zijn plannen niet uit te voeren, want dan wacht hem een vreselijke toekomst. Als de kinderen stiekem de woning van Scrooge binnensluipen, worden ze door de kerstmisgeesten van Verleden, Heden en Toekomst meegenomen op een angstaanjagende reis. Dit boek maakt een ander verhaal van Dickens' beroemde 'Christmas Carrol', bezien door de ogen van de kinderen die hun eigen verhaal vertellen. Dat is het resultaat van de stilistische kwaliteiten van de auteur. Al lezend voel je de winterkou. Het is ook een ideaal voorleesboek. Zo gebruikte Dickens zijn verhaal ook vele jaren. Vanaf ca. 12 jaar.