In 1965 gaat de jonge Ellie in North Carolina meehelpen met het voorbereiden van de introductie van stemrecht voor de arme zwarte bevolking. Dat werk is al gevaarlijk door de aanwezigheid van de Ku-Klux-Klan, maar bovendien wordt ze ook nog eens verliefd op een zwarte jongen. 45 jaar later laat de jonge weduwe Kayla een huis bouwen op een steenworp afstand van Ellie's ouderlijk huis, maar wanneer ze bedreigingen begint te ontvangen gaat ze op zoek naar wat er in het verleden is gebeurd. Het heen en weer springen tussen twee verschillende tijdslijnen (die natuurlijk met elkaar te maken hebben) is tegenwoordig bijna een cliché. Het verhaal had misschien ook in 100 pagina's minder kunnen worden verteld, en het thriller- en mysterie-element is duidelijk ondergeschikt aan het sociale aspect van Ellie, haar goede werk en de gevaarlijke tijd waarin zij leefde. Maar de omstandigheden waaronder Ellie haar taak probeert te volbrengen zijn op zich al interessant genoeg, en het mysterie heeft bovendien een aardige ontknoping.