Autobiografische roman die bestaat uit tien verhalen die als brieven aan de vader dienen. Rode draad vormen de benauwende jeugd van de schrijver op het Oostenrijkse platteland. Alle verhalen cirkelen rond het bruine verleden van de vader die zijn enthousiasme voor de oorlog en het nazisme openlijk uit. Cynisch - voortdurend herhaald - detail vormt het voor de zoon jarenlang verzwegen feit dat op de akker die zijn familie bebouwt een oorlogsmisdadiger is begraven en zo letterlijk de voedingsbodem voor het voortleven van het nationaalsocialistische gedachtegoed vormt. Stilistisch zeer intens geschreven stroom van herinneringen die pijn, boosheid, verwijt en verdriet over de gevoelsarmoe van de lokale omgeving uitdrukken. Stond op de shortlist van de prestigieuze Oostenrijkse Buchpreis 2018. Als toneelstuk spraakmakend in het Weense Burgtheater.