Het verhaal van een eenvoudige paardenknecht uit West-Vlaanderen die na twintig jaar (onbewust) gelukkig zwoegen op een boerderij terugkeert op het kleine boerderijtje van zijn gestorven vader, daar trouwt, zes kinderen krijgt en na de dood van zijn vrouw tot diepe armoede en eenzaamheid vervalt. Ontroerende roman, vol beeldende natuurbeschrijvingen en een mooie karakteristiek van de landarbeiders uit die tijd (aan het begin van twintigste eeuw), die zonder morren ploeterden voor de eenvoudigste levensbehoeften. 'In zijn vereiste soberheid, met de wreedheid die blijkt overal uit de gewone dingen, is het een werk geworden waar ik het meest van houd' (Streuvels). De tekst van deze uitgave in moderne spelling is overgenomen uit het Volledig Werk (1971-1973). Stijn Streuvels, pseudoniem voor Franciscus Petrus Maria (Frank) Lateur (1871-1969), wordt wel gezien als een van de grootste Vlaamse schrijvers, met als thematiek de kleine man die vecht tegen het noodlot, vaak gesitueerd in de West-Vlaamse klei. Aan deze zestiende druk (2021) is een inleiding door Walter van den Broeck toegevoegd. In de eindnoten een uitgebreide verklarende woordenlijst van de meest voorkomende Vlaamse woorden.