Deze vuistdikke roman dompelt de lezer onder in het Madrid van de jaren na de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Het land was straatarm, dictator Franco zwaaide de scepter en de katholieke kerk bepaalde de (dubbele) moraal. De belangrijkste rode draad zijn de verhalen van moeder en dochter Marta en Elena. Beide vrouwen worstelen met de armoede waartoe het gezin is veroordeeld nadat kostwinner Antonio tijdens de oorlog ten onrechte in de gevangenis belandt en daarna niet in staat is om goed voor zijn gezin te zorgen. Tegen de tijdgeest in besluit Marta de handen uit de mouwen te steken. Ze gaat werken voor een Italiaanse zakenvrouw. De gevolgen zijn ingrijpend. Intussen zoekt ook Elena haar heil buiten het benauwde appartementencomplex waarin het gezin woont. Maar de schrijfster ruimt ook veel plaats in voor andere personages, zodat de lezer niet alleen een concreet maar ook een breed tijdsbeeld krijgt. De roman werd een succes in Spanje. Ook de televisieserie die op basis van de roman werd gemaakt viel in de smaak bij het grote publiek.