In een nabije toekomst zijn de maatschappij en de cultuur in een nog verdergaande staat van verval. Leden van een strijkkwartet, met een loodzwaar verleden van verlies en dood, worden in afwisselende hoofdstukken - in meervoudig perspectief - gevolgd. Ook is er een mooi portret van een hoogbejaarde cellodocent. Met kennelijke woede schrijft Enquist over culturele teloorgang en de verwording van de verzorgingsstaat. Tot zo'n vijftig pagina's voor het einde is dit een mooie muziekroman, die vertelt over de helende kracht van muziek (ook voor zware misdadigers) en over hulp en hulpvaardigheid in een barre maatschappelijke werkelijkheid. In die laatste vijftig pagina's (hoewel de voorbereidingen al waarneembaar waren) maakt Enquist van haar mooie boek ineens een thriller, met misdaad, gijzelneming en geweld. Dat is jammer (hoewel opgemerkt moet worden dat de apotheose rond de oude cellodocent er zeker toe doet), want hier weet Enquist geen maat te houden. Te veel allegro vivace aan het eind. Normale druk.