Op macroscopisch niveau is het eenvoudig: als je een boom ziet staan, dan is dat omdat die daar staat. Maar op subatomair niveau liggen de zaken niet zo simpel: de natuurkunde beschrijft iets als een electron met behulp van een wiskundige vergelijking, en of daar iets in de werkelijkheid aan beantwoordt, en wat dan precies, dat is nog maar de vraag. Rond deze vraag heeft de schrijver, fysicus en filosoof in Londen, een uitvoerige en grondige geschiedenis geschreven van de natuurkunde van de eerste helft van de twintigste eeuw. Alle groten passeren de revue, met natuurlijk Bohr en Einstein als centrale figuren, gezien hun totaal verschillende visie op de kwantumtheorie. Het boek is bedoeld voor een breed publiek, dus de wiskunde blijft achterwege. Wel bevat het een uitvoerig kritisch apparaat, met chronologie, begrippenlijst, noten, bibliografie en index. Met enkele zwart-wit foto's en illustraties. Boeiend geschreven, maar niet makkelijk. Dat kan ook niet, bij deze materie.