De zwarte slaaf Thomas is als baby op een plantage in Suriname beland, waar hij nu als persoonlijke bediende werkt voor de eigenaar. In zijn kinderjaren was hij bevriend met diens zoon Jacob, maar daar komt verandering in als hij Jacob voor het oog van de andere slaven vernedert. Jacob koestert na die dag een diepe haat voor Thomas. Hij grijpt alles aan om hem het leven nog moeilijker te maken, zeker als zijn vader overlijdt en hij de scepter over de plantage zwaait. Zijn beleid is zo wreed dat de slaven in opstand komen. In 1729 wordt Thomas als leider van de opstand gekozen; hij neemt zijn eigen naam weer aan: Kwakoe. In het soepel vertelde verhaal draait het om het avontuur; de gebeurtenissen worden verteld in al hun gruwelijke details. Thomas/Kwakoe voelt zich moreel verplicht zijn baas te dienen, wat hem ook wordt aangedaan door diens zoon. Achter in het boek staan een verantwoording, een nawoord, een literatuuroverzicht, website en een woordenlijst. Een beeldend verteld, spannend avonturenverhaal, waarin echter de nuance ontbreekt. Vanaf ca. 15 jaar.