Kurt, de titel van de roman en van de drie hoofdstukken is de naam van twee hoofdpersonen: een vader en zijn jonge kind. De ik-figuur, Lena, woont samen met hen, ze is echter niet de moeder van "Kurti". In Kurt I vertelt ze over hun leven samen buiten de stad, Oranienburg, over de geuren en kleuren van de natuur eromheen. Ze hebben ervoor gekozen, om de zesjarige Kurt een fijnere plek te geven om op te groeien en ze hebben het fijn samen. Vandaar misschien haar rustige verteltoon. Kurt jr pendelt tussen hen en zijn moeder, Jana met Joni, haar jongste kind. Lena's verteltoon zal ook in het uitgebreide tweede hoofdstuk- Kurt II-, zo blijven, niet onaangedaan, als Kurt uit een rek valt en overlijdt. Zonder klagen vertelt ze over de rouwverwerking, de vlucht van de vader in zichzelf, haar positie in de familie. Zo cijfert ze zich weg, omdat zij de moeder niet is en als zodanig lijkt zij zich het verdriet niet te gunnen. In het derde uiterst korte hoofdstuk, Kurt III, keert de kleine Kurt merkwaardigerwijs terug, vrijwel anekdotisch, alsof er niets gebeurd zou zijn en hij nog zou leven. Een relaas van rouwverwerking in simpele verwoordingen. Auteur is bekend als tv-presentator en van haar columns in de Süddeutsche Zeitung.