De hoofdpersoon van deze roman is Nikola (Kolja) Konradi, een Russische man die als doofstom kind spraakles heeft gehad van Modest Tsjaikovski (1850-1916), de broer van de wereldberoemde componist Peter Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893). Wanneer Kolja hoort dat Peter aan cholera is overleden, reist hij naar Sint-Petersburg om Modest bij te staan, maar de verwijdering tussen hen beiden is niet zo eenvoudig te verhelpen. Bovendien ontdekt Kolja dat er misschien wel meer aan de hand was dan een dodelijke besmetting, waar toch eigenlijk iedereen wel voor op zijn hoede was. Een knappe mengeling van historische roman, psychologie, 'who-dun-it'-mysterie en muzikale verhandeling. Afwisselend hoofdstukken over Kolja's jeugd en spraakles vanuit het perspectief van Modests dagboeken en hoofdstukken over Kolja's latere pogingen om achter de waarheid omtrent Tsjaikovski's dood te komen. Met als extra dimensie de homoseksualiteit van de drie hoofdpersonen in een tijd en een land waarin dat nog behoorlijk taboe was (en is). Uittreksel aanwezig in de Uittrekselbank.