Fik (grote broer) en Pimpel (kleine zus) zijn twee kittens die graag op onderzoek gaan. Ze hebben hun eigen poezenspullen in de keuken, krijgen twee keer per dag te eten en slapen in een doos onder het bed. Buiten ontdekken ze allerlei nieuwe vriendjes die ze graag mee naar huis nemen, vooral de muis. Ook spelen ze met de buurpoezen en hebben ze een eigen poezentaal. En 's nachts gaan ze gewoon nog een keer op ontdekkingstocht om kattenkwaad uit te halen. Via sprekende pasteltinten en korte teksten wordt zo een hele dag (en nacht) beleefd in het jonge leven van de poesjes. De gemengde techniek op basis van gezeefdrukte illustraties benadrukt het hoge aaibaarheidsgehalte van de kittens. De variatie in grootte van de afbeeldingen zorgt voor de dynamiek in het eenvoudige verhaaltje. De ene keer zijn het uitgelichte details tegen een effen achtergrond, dan weer verschillende handelingen op een pagina of een spreadvullende setting buiten. Voor alle poezenliefhebbers een heerlijk herkenbaar, dik prentenboek om samen te lezen, maar ook om in te tellen en te speuren. Vanaf ca. 3 jaar.